Deze podcast is AI-gegeneerd. (Engels)

Meer Nederlanders zijn vorig jaar het slachtoffer van online criminaliteit geworden dan in 2022, zo stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van eigen onderzoek onder ruim 33.000 personen. Tijdens het vorige onderzoek in 2022 liet 14,8 procent van de deelnemers nog weten slachtoffer te zijn geworden. Vorig jaar bedroeg dat 15,7 procent.
Van 2017 naar 2024, een groeiend probleem
Online criminaliteit heeft in de afgelopen jaren een sterke vlucht genomen. Volgens recente cijfers is het percentage Nederlanders dat slachtoffer wordt van digitale delicten sinds 2017 met ongeveer een derde gestegen. Waar het aantal getroffen personen in 2017 rond elf procent lag, is dat in 2024 opgelopen naar bijna zestien procent. Deze ontwikkeling betekent dat enkele miljoenen burgers te maken krijgen met vormen van oplichting, hacking, bedreiging of andere schadelijke online praktijken. Hoewel niet elke casus dezelfde impact heeft, wijst het toegenomen aantal slachtoffers erop dat de digitale wereld steeds meer risico met zich meebrengt. Het CBS, dat deze cijfers heeft onderzocht, geeft daarbij aan dat online criminaliteit niet alleen in absolute aantallen stijgt, maar ook qua diversiteit en complexiteit toeneemt. Fraudeurs en criminelen worden steeds professioneler en gebruiken uiteenlopende strategieën om mensen te misleiden of accounts te hacken. Daardoor is het aantal incidenten in korte tijd fors gegroeid en blijft de piek zich verschuiven. Plaats hier een grafiek die de trend in online slachtofferschap toont van 2017 tot en met 2024. Die grafiek kan de gestage toename helder zichtbaar maken en biedt inzicht in de schaal van het probleem.
Een van de belangrijkste redenen voor deze groei is de bredere toegankelijkheid van het internet en de toegenomen digitalisering van het dagelijkse leven. Mensen zijn steeds vaker en langer online actief. Dat creëert niet alleen kansen voor innovatie en gemak, maar stelt kwaadwillende personen ook in staat om op grotere schaal slachtoffers te maken. Daarnaast blijkt dat veel mensen nog niet voldoende beschermd zijn tegen digitale gevaren, bijvoorbeeld omdat ze niet op de hoogte zijn van de nieuwste tactieken of omdat hun beveiligingsmaatregelen verouderd zijn. In de afgelopen jaren hebben politie en andere instanties veel aandacht besteed aan bewustwordingscampagnes en voorlichting. Deze inspanningen hebben geleid tot betere herkenning van bepaalde vormen van fraude, maar uit de jongste cijfers blijkt dat criminelen voortdurend nieuwe methoden vinden om slachtoffers te maken. Voorbeelden variëren van steeds geloofwaardigere phishingberichten tot nepwebwinkels, die van de buitenkant nauwelijks van echt te onderscheiden zijn.
Omdat online criminaliteit zich ook kan uitstrekken over landsgrenzen, is het niet altijd eenvoudig om daders te achterhalen. Samenwerking tussen internationale politiediensten en instanties komt daarom steeds hoger op de agenda te staan. Het CBS benadrukt dat deze ontwikkeling geen exclusief Nederlands verschijnsel is. Ook in omringende landen zien onderzoekers een stijgende lijn. De balans van deze ontwikkeling laat zien dat preventieve maatregelen cruciaal zijn, met name omdat de kans om getroffen te worden blijft toenemen en de bestrijding van digitale misdaad complexer en internationaler wordt.
Meest voorkomende vormen, oplichting neemt de leiding
Als we inzoomen op de verschillende categorieën binnen de online criminaliteit, valt vooral op dat oplichting en fraude sinds enkele jaren met kop en schouders boven de andere vormen uitsteken. In 2024 was ruim negen procent van de Nederlanders slachtoffer van digitale oplichting, met aankoopfraude als meest voorkomende subtype. Deze stijging zet zich al een tijdje voort en verklaart grotendeels waarom het totale percentage slachtoffers is toegenomen. Hacken, jarenlang een belangrijke categorie, maakt tegenwoordig een kleiner deel uit van het geheel. In 2024 gaf zo'n vier procent van de ondervraagden aan te zijn gehackt, een lichte daling in vergelijking met twee jaar eerder. Dit verschil kan erop wijzen dat de gemiddelde gebruiker zich beter bewust is van de risico's rondom wachtwoorden en accountbeveiliging, al bestaat er nog steeds een aanzienlijke groep die er desondanks mee in aanraking komt. Plaats hier een grafiek die de verdeling van slachtofferpercentages toont per type online delict in 2024, waarin oplichting, hacken en bedreiging naast elkaar staan.
In eerdere jaren nam hacking in relatieve zin een belangrijker positie in, maar de groei in fraudegevallen heeft die balans verschoven. Veel criminelen ontdekken dat oplichting, vooral bij online transacties, een laagdrempelige en winstgevende manier is om mensen geld afhandig te maken. Nepwinkels en valse verkopers op online handelsplatformen zijn daar klassieke voorbeelden van, maar ook nagemaakte betaalverzoeken via chatapps zijn sterk in opkomst. Deze vormen van fraude hebben de potentie om snel veel mensen te treffen, omdat het internet een grote en anonieme afzetmarkt biedt en de pakkans niet altijd hoog is.
Een andere categorie bestaat uit online bedreigingen en intimidatie, die met ongeveer vier procent van de respondenten een stabiel aandeel laat zien ten opzichte van eerdere metingen. Hieronder vallen onder andere cyberpesten, wraakporno en online stalking. Vooral bij jongere generaties is deze vorm van digitale misdraging relatief hoog. De reden daarvoor ligt waarschijnlijk in hun intensieve gebruik van sociale media en chatplatforms, waar conflicten of pesterijen snel een grote impact kunnen hebben. Tegelijk is het voorkomen van zulke incidenten een uitdaging, omdat de digitale omgeving zo veranderlijk en onvoorspelbaar is. Platformen wisselen snel van populariteit, waardoor oude regels en toezicht niet altijd up-to-date zijn.
Demografische verschillen, jongeren en welvaart
Uit de nieuwste CBS-cijfers blijkt dat verschillen in slachtofferschap tussen mannen en vrouwen niet zo groot zijn. Beide groepen ervaren online criminaliteit met een percentage rond de vijftien tot zestien procent, wat aangeeft dat de digitale risico's zich breed uitstrekken. Hoewel de meeste demografische kenmerken, zoals opleidingsniveau, weinig verschil maken, blijkt leeftijd een doorslaggevende factor te zijn. Jongeren tussen de vijftien en vijfentwintig jaar worden bijna twee keer zo vaak met online bedreiging of intimidatie geconfronteerd als ouderen. Dit kan uiteenlopen van kwetsende berichten tot ernstige stalkingspraktijken. De jongere generaties leven intensiever in een online wereld en delen persoonlijke informatie via sociale media en chatapps, wat de kans op misbruik vergroot.
Niet alleen leeftijd maar ook de economische achtergrond van een individu blijkt een rol te spelen. Personen in de lagere welvaartsgroepen zijn iets vaker slachtoffer van fraude, wat ertoe leidt dat hun algemene slachtofferschapspercentage hoger ligt. Hoewel het verschil niet enorm groot is, wijst dit verschijnsel erop dat cybercriminelen soms inspelen op de kwetsbaarheden van mensen met beperkte middelen. Soms zijn financiële zorgen of het gebrek aan alternatieve aankoopmogelijkheden via betrouwbare platforms een reden om eerder in de val te lopen van een te mooi lijkend aanbod. Daarnaast kan het gebrek aan goede beveiliging op apparaten en netwerken een rol spelen, omdat deze middelen soms extra investering vereisen. Plaats hier een grafiek die de variatie in slachtofferschap toont per leeftijdsgroep en welvaartsniveau. Op die manier wordt zichtbaar dat bepaalde groepen extra risico lopen, vooral wanneer ze financieel of sociaal kwetsbaar zijn.
Deze demografische verschillen leiden ertoe dat voorlichting en preventie niet alleen op de hele bevolking gericht moeten zijn, maar ook specifiek op jongeren en economisch zwakkere huishoudens. Onderwijs over veilig internetgebruik kan al op jonge leeftijd beginnen, zodat nieuwe generaties hun eigen gegevens beter leren beschermen en situaties van online bedreiging sneller herkennen. Dergelijke maatregelen kunnen op de lange termijn het aantal slachtoffers terugdringen, al zal het effect niet meteen zichtbaar zijn. Wetshandhavers, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties kunnen samen optrekken om bewustwording te vergroten en drempels voor melding te verlagen, want mensen die zich schamen of geen vertrouwen hebben in hulp zullen minder snel aangeven dat ze slachtoffer zijn geworden.
Gevolgen en toekomstvisie, zicht op preventie
De toename in online criminaliteit heeft grote gevolgen voor het veiligheidsgevoel van burgers en de maatschappelijke kosten. Financiële schade door fraude of hacking kan hoog oplopen, terwijl online bedreigingen en intimidatie ook emotionele en psychische effecten hebben. Een groter aantal slachtoffers leidt tot druk op instanties die hulp en ondersteuning bieden. Zowel politie als particuliere organisaties krijgen meer meldingen te verwerken. Tegelijk vraagt de opsporing van online daders om hoogwaardige expertise en intensieve samenwerking, ook over landsgrenzen heen. Deze internationale dimensie is geen uitzondering meer, juist omdat veel platforms en kwaadwillende netwerken in verschillende landen actief zijn. Dat vereist een gecoördineerde aanpak, goede gegevensuitwisseling en een voortdurend oog voor nieuwe technologieën.
In deze situatie is preventie onmisbaar. Bewustwordingscampagnes en voorlichting vormen een belangrijk middel, maar experts benadrukken dat technische maatregelen minstens zo cruciaal zijn. Een sterke wachtwoordbeveiliging, regelmatige software-updates en betrouwbare antivirusoplossingen kunnen het hackers aanzienlijk lastiger maken. Bij fraude kan alertheid op verdachte links en nepberichten veel ellende voorkomen, al blijft het vaak een uitdagende opgave om in te schatten wat betrouwbaar is en wat niet. Bovendien moeten platforms zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Met een groeiend aantal transacties en onderlinge contacten op het internet is de controle op aanbieders, verkopers en gebruikers een dagelijkse uitdaging. Toch werpt meer toezicht zijn vruchten af, mits het in balans blijft met privacy en gebruiksgemak.
Analisten verwachten dat het aantal incidenten in de komende jaren blijft stijgen, zij het mogelijk in een ander tempo dan voorheen. Enerzijds nemen beveiligingsoplossingen toe in effectiviteit, waardoor sommige bekende methoden minder succesvol worden. Anderzijds passen criminelen hun strategieën vrijwel altijd aan en zoeken zij naar nieuwe plekken en methoden om te opereren. Het is een dynamisch spel tussen bescherming en aanval, waarin de partij met de meeste innovatiekracht vaak een voorsprong heeft. De cijfers van het CBS tonen aan dat de urgentie hoog blijft en dat het publieke debat over digitale veiligheid niet mag verslappen. Inzet op onderzoek, publiek-private samenwerking en internationale initiatieven zijn van groot belang om het tij te keren en burgers weerbaarder te maken tegen de talloze digitale verleidingen en valkuilen.
Ontdek meer over cybercrime en het darkweb in onze uitgebreide bibliotheek. Voor een gestructureerd overzicht van relevante onderwerpen kun je terecht op onze onderwerpenpagina, waar je een alfabetisch gerangschikte lijst vindt.
Reactie plaatsen
Reacties
Zonder veiligheid ook geen privacy. Dus de overheid mag van mij controleren