België: Online wordt het gevaarlijker dan op straat door cybercrime: “We zitten met een collectief probleem”

Gepubliceerd op 7 juli 2019 om 12:58
België: Online wordt het gevaarlijker dan op straat door cybercrime: “We zitten met een collectief probleem”

Vier op de vijf Belgen (80%) die het voorbije jaar slachtoffer werden van hacking, oplichting of belaging op het internet, stapten niet naar de politie. “We zitten met een collectief probleem”, zegt korpschef Nico Paelinck, ook voorzitter van de Vaste Commissie voor de Lokale Politie. Hij pleit voor het opleiden van informatici binnen het korps en agenten die preventief naar scholen én bejaardentehuizen trekken. “Er komt een tsunami aan Cybercrime aan.”

Informatici. Daar hebben onze politiediensten dringend extra nood aan. Het is net geen smeekbede die Nico Paelinck, spreekbuis van alle korpschefs, woensdagmiddag richtte aan de beleidsmakers. “Het is hoog tijd dat we het ambt van politieagent deels herdenken, want we stellen vast dat er in ijltempo een verschuiving plaatsvindt van klassieke misdaadfenomenen naar virtuele misdaden.” Paelinck, zelf korpschef van de Westkust, wijst naar statistieken uit de VS, waar vijftig procent van alle misdrijven zich al in de virtuele wereld afspeelt. Gaande van hacking, tot phishing, oplichting of cyber belaging. “Er komt een tsunami aan cybercrime aan. En we staan met onze voeten in het zand.”

200.000 misdrijven níet gemeld

Paelinck doelt op het gebrek aan kennis onder het huidige politiekorps. “We hebben voorlopig geen lokale cybercrime units. Weet elke agent ten velde dat hij aan een slachtoffer moet vragen om zeker een screenshot te nemen van het gepleegde misdrijf? Ik vrees van niet. Hoog tijd om te investeren in extra opleiding.”

En om de bevolking warm te maken om telkens naar een politiekantoor te stappen en een proces-verbaal op te laten stellen. Want uit de “Veiligheidsmonitor 2018” – een bevraging van 168.000 landgenoten – blijkt dat er, naast de opvallende stijging van geregistreerde feiten met 15 procent ten opzichte van 2017, een dark number is van liefst 200.000 online misdrijven die niet gemeld worden. Allicht niet gemeld aan de politie het voorbije jaar: 22.000 feiten van hacking, 66.000 feiten van oplichting via het internet en 27.000 feiten van belaging, naast tienduizenden gevallen van virtuele bedreiging en pestgedrag. En dat zowel op computer als op smartphone. “Dat dark number is verontrustend en maakt een hoera-stemming over gedaalde criminaliteitscijfers ongepast”, beamen ook minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem en minister van Justitie Koen Geens (CD&V). “Pas als je zicht krijgt op het volledige plaatje kunnen agenten oordelen of er effectief sprake is van een misdrijf”, zegt Geens.

Virtueel pesten

Paelinck hoopt dat de burger die stap de komende jaren wel zal zetten. Met aan de overzijde van de tafel specifiek opgeleide agenten. “Cybercrime is iets wat iedereen aanbelangt. Hoe moet een ouder omgaan met een kind dat op zijn computer in de slaapkamer slachtoffer wordt van virtueel pesten? Of een bejaarde die niet weet dat hij zijn draadloos internet moet beveiligen? Mensen moeten weten wat te doen, zelfs als een fenomeen schijnbaar ongevaarlijk lijkt. Onze taak moet er één zijn van opleiding en preventie. We moeten naar de scholen, naar de ouders, naar de jeugdhuizen en naar de bejaarden. Organisaties als Okra bijvoorbeeld kunnen daar een belangrijke partner in worden. Pas dan kunnen we de tsunami eventueel een halt toeroepen.”

VASTSTELLING: Zedenfeiten worden amper aangegeven

Liefst 82 procent van vermeende zedenfeiten wordt niet aangegeven bij de politie. Dat is de meest onthutsende vaststelling uit de Veiligheidsmonitor 2018 van de politie. Van de 168.206 respondenten geven 12.028 personen aan het voorbije jaar geconfronteerd te zijn met een zedenfeit. Slechts 18 procent geeft aan naar de politie te zijn gestapt. De politiediensten vrezen dan ook dat er zo’n 58.000 vermeende zedenfeiten onder de radar zijn gebleven.

VASTSTELLING: Ook een “tsunami” aan illegale vuurwapens

Minister van Justitie Geens haalde het woensdagnamiddag aan: de opvallende stijging aan inbeslag genomen vuurwapens. Een stijging van maar liefst 27 procent ten opzichte van 2017. Impliceert dat een hausse in het aantal Belgen dat stiekem een vuurwapen in huis heeft gehaald? “Neen”, luidde het antwoord van Geens stellig. De piek kadert in het regulariseren van de “stock” aan wapens in huiskamers. Een initiatief dat Geens samen nam met zijn vroegere collega op Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) en de provinciegouverneurs. Met als gevolg dat tal van Belgen hun vuurwapen lieten regulariseren. Hadden ze dat niet gedaan, overtraden ze officieel de wet.

 

Bron: Politie Belgie, Regering Belgie, nieuwsblad

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.