Stafbare feiten doxing
Doxing, ofwel het zonder toestemming publiceren van persoonlijke informatie over iemand met als doel om die persoon schade toe te brengen, is niet specifiek opgenomen in het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Echter, afhankelijk van de omstandigheden kunnen verschillende strafbare feiten van toepassing zijn:
-
Smaad of smaadschrift (artikel 261): Als de doxing valse beschuldigingen of lasterlijke uitspraken bevat, kan het worden beschouwd als smaad of smaadschrift.
-
Laster (artikel 262): Als de doxing onwaarheden bevat en daardoor de eer en goede naam van het slachtoffer aantast, kan het worden beschouwd als laster.
-
Belediging (artikel 266): Het publiceren van persoonlijke informatie met de bedoeling iemand te beledigen kan als een belediging worden beschouwd.
-
Bedreiging (artikel 285): Als de doxing wordt gepaard met bedreigingen van geweld, kan het onder bedreiging vallen.
-
Aantasting van de persoonlijke levenssfeer (artikel 139f): Het zonder toestemming publiceren van persoonlijke gegevens kan worden beschouwd als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.
-
Computervredebreuk (artikel 138ab): Als de doxing het gevolg is van het ongeoorloofd toegang verkrijgen tot iemands computer, kan het onder computervredebreuk vallen.
-
Identiteitsfraude (artikel 231b): Als de doxing gepaard gaat met het onrechtmatig gebruik van iemands persoonsgegevens voor frauduleuze doeleinden, kan het onder identiteitsfraude vallen.
Deze lijst is niet uitputtend en kan afhankelijk zijn van de specifieke omstandigheden van het geval. Het is belangrijk om juridisch advies in te winnen bij een gespecialiseerde advocaat om te bepalen welke strafbare feiten van toepassing kunnen zijn in een specifieke situatie.
Hier vindt u een samenvatting van verschillende vormen van cybercrime en oplichting