Ruim helft van de jongeren die ICT-onderwijs volgen plegen cyberdelicten

Gepubliceerd op 28 januari 2022 om 07:00

Een groot deel van de Nederlandse jongeren die ICT-onderwijs volgen, maakt zich wel eens schuldig aan cybercrime. Dit blijkt uit onderzoek van de VU en het NSCR. Toch blijkt het niet zo makkelijk om onderscheid te maken tussen jongeren die ´goede´ en ´slechte´ dingen doen met computers en ICT. Veel jongeren die online de wet overtreden, gebruiken hun ICT-vaardigheden tegelijkertijd om anderen te helpen of zich maatschappelijk in te zetten. Dit betekent dat jonge daders van online delicten kunnen worden gestimuleerd om hun vaardigheden positief in te zetten.

Kenmerken jongeren die zich schuldig maken aan cybercrime

Tot nu toe was er nog weinig bekend over de kenmerken van jongeren die zich schuldig maken aan verschillende vormen van cybercriminaliteit. Zo was niet duidelijk in hoeverre individuele eigenschappen doorslaggevend zijn of dat ook kenmerken van de sociale omgeving een rol spelen. Het rapport Understanding cybercriminal behaviour among young people is gebaseerd op vragenlijstgegevens uit een grote steekproef van 892 jongeren tussen de 15 en 25 jaar, die ICT-gerelateerd onderwijs volgen in het vo, mbo en hbo. Uniek aan dit onderzoek is onder andere dat het sociale netwerk van schoolvrienden uitgebreid in kaart is gebracht, waardoor de rol van criminele vrienden goed kan worden onderzocht.

Ruim helft van jongeren die ICT-onderwijs volgen pleegt online delict

Iets meer dan de helft van de ondervraagde jongeren met ICT-onderwijs had recent een online delict gepleegd. Dat gold voor zowel ´pure´ cyberdelicten – delicten die alleen online mogelijk zijn zoals hacking – als voor online delicten die ook offline mogelijk zijn zoals fraude. Veel voorkomende eenvoudige online delicten waren: hacking door het raden van wachtwoorden, het kopiëren/stelen van bestanden en online pesten of bangmakerij. Maar ook meer geavanceerde cyberdelicten kwamen regelmatig voor, zoals hacking via technische applicaties of exploits, online fraude en websites veranderen. Bij de onderzochte groep kwamen online delicten zelfs vaker voor dan reguliere offline vormen van criminaliteit zoals diefstal, vernieling of geweld.

Online wel of niet overtreden van regels niet zo zwart-wit als het lijkt

Uit het onderzoek bleek een verrassende samenhang tussen positief en negatief cybergedrag. Jongeren die online delicten plegen zetten hun ICT-vaardigheden ook in om anderen te helpen of maatschappelijke betrokken te zijn. Ze helpen bijvoorbeeld anderen met ICT-problemen of het ontwerpen van digitale media, melden digitale kwetsbaarheden of zijn actief op online platforms over ICT-onderwerpen. Deze jongeren vinden online dus zowel positieve als negatieve uitdagingen en het wel of niet overtreden van regels online is voor hen dus niet zo zwart-wit.

Rol van vrienden bij cybergedrag

Het onzichtbare karakter van cybercriminaliteit zorgt ervoor dat ongeveer de helft van de leerlingen niet op de hoogte was van de cyberdelicten van schoolvrienden. Vooral voor pure cyberdelicten vonden zij dit lastig in te schatten. Hun eigen gedrag was dan ook sterker gerelateerd aan hun perceptie over het cybergedrag van deze vrienden, dan aan het daadwerkelijke gedrag. Dit suggereert dat jongeren de neiging hebben om hun cybergedrag aan te passen aan hoe zij denken dat hun vrienden zich gedragen en niet aan hoe hun vrienden zich daadwerkelijk gedragen. Het kan ook betekenen dat jongeren denken dat hun vrienden meer op hen lijken dan daadwerkelijk het geval is.

Andere risicofactoren voor pure cyberdelicten en ‘reguliere’ delicten online

Uit het onderzoek kwamen ook verschillen naar voren tussen de twee hoofdcategorieën van cybercriminaliteit. Het plegen van pure cyberdelicten hangt vooral samen met individuele kenmerken, waaronder een hoog niveau van ICT-kennis en computerverslaving. Het online uitvoeren van delicten die ook offline mogelijk zijn, hangt meer samen met sociale omgevingskenmerken zoals een zwakke band met school en veel alleen thuis zijn. Deze delicten lijken daarmee wat betreft risicofactoren meer op traditionele offline delicten.

ICT-vaardigheden positief inzetten

Het lijkt erop dat scholen hun leerlingen zouden kunnen stimuleren om hun ICT-vaardigheden op een positieve manier in te zetten, bijvoorbeeld door les te geven over de grens tussen ‘goed’ en ‘slecht’ cybergedrag. Daarnaast hebben scholen een belangrijke rol in het tijdig opvangen van signalen dat leerlingen zich bezighouden met negatief cybergedrag. Dit onderzoek laat ook zien dat het zinvol kan zijn om bij de preventie van cybercrime te focussen op risicogroepen zoals jongeren die ICT-onderwijs volgen. Bij pure cyberdelicten kunnen interventies vooral gericht zijn op individuele risicofactoren zoals een computerverslaving. Voor andere online delicten kan het ook helpen om sociale omgevingsfactoren aan te pakken, bijvoorbeeld door de band met school te versterken en thuis meer toezicht te houden.

De volledige analyse van het onderzoek kunt u hier onder bekijken of downloaden.

NL Samenvatting Understanding Cybercriminal Behaviour Among Young People NSCR VU 2022 1
PDF – 1,5 MB 285 downloads
Understanding Cybercriminal Behaviour Among Young People NSCR VU 2022 1
PDF – 3,1 MB 292 downloads
Understanding Cybercriminal Behaviour Among Young People
PDF – 1,4 MB 324 downloads

Bron: nscr.nl | Weulen Kranenbarg, M., Van der Toolen, Y. & Weerman, F.

Meer info over cybercrime 

Bekijk alle vormen en begrippen

 

Meer rapporten bekijken of downloaden

 

Heeft u tips of verdachte activiteiten gezien online? Neem dan contact op met de politie. Telefonisch via het nummer 0900-8844 of online via het meld formulier. Uiteraard kunt u daarnaast ook tips melden bij Cybercrimeinfo.

Meer actueel cybercrime nieuws